Provincie wil uit GNR treden.
In de Gooi & Eemlander is het bericht verschenen dat Gedeputeerde staten van de provincie Noord Holland het besluit genomen heeft uit de samenwerkingsovereenkomst van het GNR te willen stappen en dat er een brief van GS onderweg is naar de Provinciale Staten, de Gooise gemeenten en het GNR met als argumentatie gelijkberechtiging en good-governance.
Voor het GNR kwam dit niet onverwacht, maar zij moesten het wel in de krant lezen. Met name de berichtgeving over de oplopende tekorten bij het GNR zijn bezijden de waarheid. Dit omdat participanten (provincie en gemeenten) in maart 2017 hebben ingestemd met een substantiële structurele verhoging oplopend in 4 jaar op basis van het beleidsplan en de begroting met meerjarenraming.
Het feit op zich betekent dat de participanten zich moeten beraden over met name de financiële positie van het GNR in de toekomst. Overigens was dat al zo en is dat ook onderwerp in het transitieproces.
De VVG is nog steeds van mening dat de Gooise gemeenten hun verantwoordelijkheid moeten nemen en bepleit een extra structurele verhoging van de bijdrage van de gemeenten. Ook als de provincie een flinke afkoopsom betaalt kunnen de gemeenten niet achterover leunen.
Ter informatie verwijzen wij naar ons dossier over het GNR. Ook Amsterdam heeft geprobeerd het GNR te verlaten. Juridisch verkeert de Provincie in dit opzicht in een vergelijkbare situatie.
Hieronder een korte weergave van de situatie met Amsterdam en het oordeel van de rechter:
De participanten hebben in 1932 gezamenlijk het GNR opgericht. De statuten zijn in 1991 herzien. Vast is gelegd dat de natuurterreinen van het GNR “ ten eeuwigen dage” ongeschonden als natuurreservaat behouden moeten blijven en dat de participanten – waaronder Amsterdam – daaraan een bijdrage leveren, zonder de mogelijkheid om af te haken. In 1992 is de hoogte van de bijdrageverplichting in een aparte bij de statuten behorende participantenovereenkomst vastgelegd. De samenwerking kan volgens de Hoge Raad niet worden verbroken door eenzijdige opzegging van deze overeenkomst. Dat kan wel door een statutenwijziging met twee/derde meerderheid. De hoogte van de bijdrage staat wel ter discussie. Partijen hebben afgesproken dat er een mogelijkheid is voor nader beraad. De Hoge Raad verwijst het geding voor een laatste kans van Amsterdam naar het gerechtshof Den Haag ter verdere behandeling en beslissing.